De Lakenvelder runderen

 

De koe met de witte band over de buik; de Lakenvelder. Een zeer in het oog springend oer-Hollands ras. Tot ruim een eeuw geleden werd de Lakenvelder vooral beschreven als rund voor de (land)adel dat aardig stond in de parken en kasteeltuinen. Op de Tangh grazen deze runderen inmiddels al weer jaren in de wei voor het huis van april tot november. In de wintertijd gaan de koeien voor een klein halfjaar op stal.

 

Op het landgoed worden uitsluitend zwartbonte Lakenvelders gehouden. Gefokt wordt er op bescheiden schaal in verband met de dwingend voorgeschreven maximaal te houden dieren ten behoeve van het predicaat 'hobbyboer'. Tevens worden de Lakenvelders gehouden voor het vlees, dat van hoge kwaliteit is. De recente benaming 'dubbel-doel koe' voor de Lakenvelder is treffend, omdat zowel de melkproductie als het vlees van goede tot uitstekende kwaliteit is die tegen relatief lage kosten (zowel economisch als milieutechnisch) geproduceerd worden.

 

De koeien gaan eind oktober naar de winterstal in Achterberg waar ze liefdevol verzorgd worden aan de Friesche Steeg door medewerkers van de zorgboerderij aldaar. De fokdoelen met de Lakenvelders op de Tangh zijn gericht op de perfectionering van de 'tekening' van het laken en de productie van hoge en betrouwbaar kwaliteitsvlees.